Van oorsprong heeft de mens slechts twee aangeboren angsten: de angst voor vallen en de angst voor harde geluiden. Angst is een emotie die veroorzaakt wordt door een waargenomen of beleefde bedreiging. Het is een van de meest basale overlevingsmechanismen van het menselijk brein. Als een bedreigende, gevaarlijke situatie wordt waargenomen, wordt je lichaam onmiddellijk in staat van paraatheid gebracht en maakt het zich klaar om te vluchten of te vechten. Dit alles gebeurt automatisch; we hoeven er niet over na te denken. Angst is dus heel nuttig.
Het wordt anders wanneer je angst ervaart in een situatie waarin het gevaar niet reëel is, en de mate van angst niet in verhouding staat tot de werkelijkheid. De reactie wordt gevoed door gedachten en gevoelens. Deze gedachten en gevoelens hoeven niet realistisch te zijn. Als jij denkt dat naar de winkel gaan heel eng, of een spin heel gevaarlijk is, dan voedt dit je angst. Je lichaam kan dan bij alleen de gedachte hieraan al reageren.
Als deze overmatige angst specifieke objecten zoals bijvoorbeeld dieren (spinnen, muizen) of situaties (kleine ruimten, grote hoogten, optreden in het openbaar) betreft, en je bent je er van bewust dat de angst overdreven of niet realistisch is, spreken we van een fobie. Deze angstgevoelens worden door herhaling steeds dieper in het onderbewustzijn verankerd, en je manier van reageren is een gewoonte geworden. De angsten kunnen leiden tot het vermijden of ontvluchten van situaties die dit gevoel kunnen oproepen en kunnen een beperking in het dagelijks leven vormen.
Hypnotherapie kan worden ingezet om de onderliggende patronen en herinneringen die hier aan ten grondslag liggen om te zetten naar positieve overtuigingen.